Denk je: er zit een gaatje in om er een ketting door te halen en dat doen ze alleen als hij echt is, maar niks is minder waar.
Gr, Ed.


Op internet heb ik een echte gezien en die heeft een totaal ander omschrift en in het wapenschild ontbreekt ook wat. En de Guinea is wel een betaalmiddel.voskeman schreef:Wat is er vals aan dan, heb je dat ergens gelezen. Ik denk dat dit
niet zo zeer een munt is maar een penning. Messing.
Wie weet kan het best zo zijn dat dit 100 jaar later geslagen is dan het
jaartal wat er op staat . gedenk penning , maar hmmm denk dat Eric het
wel weet.
Bedankt Eric, je hebt het mooi verwoord. Zo krijgt deze "munt " toch een eigen leven.grivnagozer schreef:Als je niet wil betalen in de kerk, dan boor je een gaatje in het muntje en trekt hem terug uit de collectezak; -bus wanneer niemand kijkt. Zo kan je dik doen terwijl God beduveld wordt, verblindt door slecht licht...![]()
Jouw guinea werd massaal aangemunt en verkocht op fairings, jaarmarkten, om gebruikt te worden als kaartgeld in de kroeg. Iedere struikrover wist dat; ze hadden geen betaalwaarde; de adel had hiervoor iemand aangenomen die de schuld ging voldoen aan de tegenstander in baar cash, en dat was de RENTMEESTER. De Rentmeester was degene die met de gouden guineas rondreed. In bepaalde delen van Engeland lag men een halfpenny, farthing of penny in de oogkassen van het lijk; zodoende werd het drinkgeld van de gravers op het kerkhof tot stand gebracht; en in andere streken van Engeland gebruikte men daar kaartgeld voor, met name in de mijnwerkersgebieden.
Je hebt ze in twee varianten:
het meest voorkomende is niet magnetisch.
Rond 1888 komen er ook magnetische varianten op de markt, doch deze worden alleen op bestelling gemaakt. Engeland is in de ban van Geesten en Spoken, nadat Bram Stoker zijn boekwerken over Dracula en Frankenstein publiceert, de dandy Oscar Wilde gek wordt met zijn Dr. Jeckyll and Mr. Hyde, en Charles Dickens de horror laat terugkomen in zijn Christmas Carroll en Scrooge, de vrek die zich in de boeken bedient van kaartgeld als echt uit te geven: juist, jouw guineas; in de tweede druk is deze passage weggelaten op last van de geldschieter van Charles Dickens, die model stond voor Scrooge. He was not amused...
Er is een Franse non (geen vliegende) die in een roman Tussen Twee Vlaggen, verhaald over de onmogelijke liefde tussen een Arabische tabacsmeisje (paaldanseres-status) en een legionairre van het Vreemdelingenlegioen. Het meisje Cigarette geheten was danig populair in Franse en Britse Midden-oosten kringen, en zo werd het woord cigaret uitgevonden. De non gebruikte de schuilnaam OUIDA toen het boek werd gepubliceerd, en in het boek is sprake van een paragnoste die in een glazenbol kijkt en een houten board voor zich heeft met een aantal letters van het alfabet. De vragen worden beantwoord van Cigarette door een geschuif met een steen over het bord, dat een overleden geest zou doen.
In werkelijkheid zat een slaaf onder de tafel, 1 schop met de voet en je schuift naar links=ja, twee schoppen en je schuift naar rechts = nee.
Dat bord heet het, hoe verassend ook OUIDA board. Overledenen wezen de weg naar verborgen schatten, brieven, nalatenschappen, Sir Arthur Conan Doyle liet Sherlock Holmes er nog mee stoeien. Er waren dus vliegende tafels in Engeland waarachter de seance-houder ging zitten, en waarvan 4 poten onderaan van spijkers waren voorzien, en waarbij een handlanger met touwen stond te trekken in de kamer er naast of de vloer eronder, en bij een erfeniskwestie werd een magnetisch vervaardigde guinea op OUIDA gegooid , en waar de magiër de magneet hield ,ingenaaid in zijn mouwen, hoefde hij maar in trance te geraken en zie linkerhand omhoog is ja, rechterhand omhoog is nee en de munt gleed mee in de richting van de arm.
In de USA werd het nog gekker: ze werden door een fabrikant vervaardigd en verkocht in Europa, Great Britain en delen van Azië onder de benaming OUIJA. Het bleef spoken want het was CULT met je familieleden Opa en Oma uit hun graf te roepen. Maar op een gegeven moment was de rage wel welletjes, de Kerk deed lastig, en de fabrikant moest wat anders gaan verzinnen om zijn Monopolie te handhaven: en dat werd de ontwikkeling van het spel met hotels en spoorwegen waarin iedereen miljonair kon worden.
In weze kan je kaartgeld dus vergelijken met Neurenberger rekenpenningen.