Ik heb hier een biljet van 10 gulden uit 1943 (Staalmeester), maar ik kan het serienummer niet thuisbrengen in de Grote Plomp. Er is sprake van een serie "1 AA - 3 CM - 20000 ". Nou wil ik er nog even van af wezen wat die 20000 precies betekent, maar ik begrijp dat dit alle biljetten omvat die beginnen met 1 AA, 1 AB, 1 AC ... 1 ZZ, 2 AA, 2 AB ... 2 ZZ, 3 AA, 3 AB ... 3 BZ, 3 CA, 3 CB ... 3 CM. Dit klopt toch? Verder wordt er niet van een andere serie gerept die begint met een cijfer en 2 letters (anders dan de Specimen, maar daar is geen sprake van).
Maar de mijne begint met 5 AZ Welk nummer moet ik hier aan toekennen?
10 Gulden 1943 Staalmeester
Moderator: Arjena3
Re: 10 Gulden 1943 Staalmeester
Gewoon de PL40 aanhouden.
Ik weet niet hoe je aan de serie ZZ komt?
Want volgens mij lopen de series van de Staalmeester biljetten zo:
Series van 100.000 stuks 1AA -1AB - 1AC - 1AD - 1AE - 1AF -1AG t/m 1AZ, dan 2AA - 2AB - 2AC -2AD - 2AE t/m 2AZ enz.
of…..
Series van 100.000 stuks 1AA - 2AA - 3AA - 4AA - 5AA - 6AA - 7AA - 8AA - 9AA, dan 1AB - 2AB - 3AB - 4AB - 5AB t/m 9AB enz.
In beide gevallen kom je 5AZ tegen maar nooit de Z als eerste letter, dat is bij dit biljet alleen A, B of C.
Mvg,
Ik weet niet hoe je aan de serie ZZ komt?
Want volgens mij lopen de series van de Staalmeester biljetten zo:
Series van 100.000 stuks 1AA -1AB - 1AC - 1AD - 1AE - 1AF -1AG t/m 1AZ, dan 2AA - 2AB - 2AC -2AD - 2AE t/m 2AZ enz.
of…..
Series van 100.000 stuks 1AA - 2AA - 3AA - 4AA - 5AA - 6AA - 7AA - 8AA - 9AA, dan 1AB - 2AB - 3AB - 4AB - 5AB t/m 9AB enz.
In beide gevallen kom je 5AZ tegen maar nooit de Z als eerste letter, dat is bij dit biljet alleen A, B of C.
Mvg,
Re: 10 Gulden 1943 Staalmeester
Oh, dan heb ik dus een onjuiste, hoewel intuïtieve, aanname gedaan over hoe die nummers oplopen. Bedankt voor de verheldering!
-
- Globale moderator
- Berichten: 2532
- Lid geworden op: 16 mar 2012, 10:57
- Locatie: Onder Rotterdam
Re: 10 Gulden 1943 Staalmeester
kl-eruo: ik denk dat het genoemde biljetnummer 5 AZ alleen kan bestaan in de door jou als tweede genoemde serienummers.
Omdat de Plomp catalogus "1 AA - 3 CM - 20000 " aangeeft zal bij de eerste reeks het getal nooit oplopen tot een 5 omdat dan eerst 3 CM tegenkomt.
In de tweede serie komt de 5 AZ wel eerder dan de 3 CM.
Of dit de daadwerkelijke volgorde is weet ik niet, maar het zou kunnen.
Wat de 20000 betekent weet ik ook niet, misschien dat Patrick daar zelf antwoord op kan geven?
Gr, Stephan
Omdat de Plomp catalogus "1 AA - 3 CM - 20000 " aangeeft zal bij de eerste reeks het getal nooit oplopen tot een 5 omdat dan eerst 3 CM tegenkomt.
In de tweede serie komt de 5 AZ wel eerder dan de 3 CM.
Of dit de daadwerkelijke volgorde is weet ik niet, maar het zou kunnen.
Wat de 20000 betekent weet ik ook niet, misschien dat Patrick daar zelf antwoord op kan geven?
Gr, Stephan
Verzameling 2 euromunten uit de circulatie: 193/368 CC (52,4%) + 176/337 'Normaal' (51,9%) Totaal: 369/705 stuks (52,3%)
ForumLid: #1080
3e in de EK 2016 voetalpool
5e in de Vrouwen EK 2017 voetbalpool
7e in de WK 2018 voetbalpool
ForumLid: #1080
3e in de EK 2016 voetalpool
5e in de Vrouwen EK 2017 voetbalpool
7e in de WK 2018 voetbalpool
Re: 10 Gulden 1943 Staalmeester
@Stephan O,
Je heb gelijk, ik heb me vergist met die opmerking.
Dit betekent ook dat er zeer waarschijnlijk de volgorde 1AA - 9AA enz. is gevolgd zie ook hieronder 1/9 CQ
20.000 betekent dat ze gestopt zijn in de 3CM serie bij biljet 20.000 biljetten er zijn daarna nog wel biljetten gedrukt maar niet in omloop gebracht.
In de Bolten staat:
3CM 20.001 t/m 1/9CN (22-24 april 1944) niet in circulatie gebracht
Volgens gegevens Johez is de laatst gemaakte serie 1/9 CQ
Maar is niet te achterhalen omdat de (duplicaat) nummerlijsten zijn vernietigd
Mvg,
Je heb gelijk, ik heb me vergist met die opmerking.
Dit betekent ook dat er zeer waarschijnlijk de volgorde 1AA - 9AA enz. is gevolgd zie ook hieronder 1/9 CQ
20.000 betekent dat ze gestopt zijn in de 3CM serie bij biljet 20.000 biljetten er zijn daarna nog wel biljetten gedrukt maar niet in omloop gebracht.
In de Bolten staat:
3CM 20.001 t/m 1/9CN (22-24 april 1944) niet in circulatie gebracht
Volgens gegevens Johez is de laatst gemaakte serie 1/9 CQ
Maar is niet te achterhalen omdat de (duplicaat) nummerlijsten zijn vernietigd
Mvg,
Re: 10 Gulden 1943 Staalmeester
Ik denk dat we zeer gebaat zouden zijn bij duidelijkheid over hoe die series nou lopen. Misschien dat Patrick dat weet. Maar als ik een serienummer van 3 karakters zie, dan denk ik, de rechtse loopt het eerst, als die rond is gaat de middelste lopen, en daarna de linkse. zo lopen cijfers ook:
101
102
.
109
110
.
199
200
etc
Dan verwacht ik dat dat ook zo gaat als er geen cijfers maar letters "op het wiel zitten":
1AA
1AB
.
1AZ
1BA
.
1ZZ
2AA
etc
Maar dat blijkt dus totaal anders te gaan? Ik snap ook wel dat het geen zin heeft om daar tegen te protesteren, dat is net zoiets als protesteren tegen de zwaartekracht maar als het niet is zoals je het intuïtief zou verwachten, HOE IS HET DAN WEL?
101
102
.
109
110
.
199
200
etc
Dan verwacht ik dat dat ook zo gaat als er geen cijfers maar letters "op het wiel zitten":
1AA
1AB
.
1AZ
1BA
.
1ZZ
2AA
etc
Maar dat blijkt dus totaal anders te gaan? Ik snap ook wel dat het geen zin heeft om daar tegen te protesteren, dat is net zoiets als protesteren tegen de zwaartekracht maar als het niet is zoals je het intuïtief zou verwachten, HOE IS HET DAN WEL?
Re: 10 Gulden 1943 Staalmeester
Het vervelende is dat allebei of meerdere volgordes zijn gevolgd bij het drukken en dat staat helaas maar bij weinig biljetten in de catalogussen vermeld.
In de AV staat bv. bij de AV7 apart vermeld:
Seriereeksen lopen van 1 t/m 6 (dus 1 t/m 6AA enz.) maar in de Plomp weer niet?
Je zou denken dat de één letter serie wel gemakkelijk is om te volgen maar….zelfs dat is niet altijd waar kijk maar eens in de Plomp bij het eerste bankbiljet van 10 gulden de PL31 dat zal je zien dat de één letter serie niet achter elkaar tot de V is gedrukt. Dit staat ook niet echt duidelijk in de (grote) Bolten.
Bij de PL34 hetzelfde verhaal, maar bij de AV27 staan de één letters allemaal vooraan t/m de E.
Ook in de Bolten is dit ook weer niet duidelijk aangegeven.
Ook komt het nog steeds voor dat biljetten opduiken waarvan men niet wist dat ze er waren, bv. deze:
Veiling van MPO november 2012 Lot 5264
10 Gulden 1921 Arbeid en Welvaart II (Mev. 38-1a / AV 27.1a.3)
– onderdruk in offset, dunner papier uit 50% linnen en harsgelijmd - # L 25392 - F/ZF
– een uniek biljet, want volgens de AV bestaat serieletter L niet / RRRR / van de grootste zeldzaamheid.
Mvg, .
In de AV staat bv. bij de AV7 apart vermeld:
Seriereeksen lopen van 1 t/m 6 (dus 1 t/m 6AA enz.) maar in de Plomp weer niet?
Je zou denken dat de één letter serie wel gemakkelijk is om te volgen maar….zelfs dat is niet altijd waar kijk maar eens in de Plomp bij het eerste bankbiljet van 10 gulden de PL31 dat zal je zien dat de één letter serie niet achter elkaar tot de V is gedrukt. Dit staat ook niet echt duidelijk in de (grote) Bolten.
Bij de PL34 hetzelfde verhaal, maar bij de AV27 staan de één letters allemaal vooraan t/m de E.
Ook in de Bolten is dit ook weer niet duidelijk aangegeven.
Ook komt het nog steeds voor dat biljetten opduiken waarvan men niet wist dat ze er waren, bv. deze:
Veiling van MPO november 2012 Lot 5264
10 Gulden 1921 Arbeid en Welvaart II (Mev. 38-1a / AV 27.1a.3)
– onderdruk in offset, dunner papier uit 50% linnen en harsgelijmd - # L 25392 - F/ZF
– een uniek biljet, want volgens de AV bestaat serieletter L niet / RRRR / van de grootste zeldzaamheid.
Mvg, .
Re: 10 Gulden 1943 Staalmeester
Helaas is er bij het maken van de catalogus hier-en-daar een inconsistentie in de weergave van de nummering geslopen, met bovenstaande onduidelijkheid tot gevolg.
Ook zijn er kleine foutjes gemaakt bij de registratie van enkele nummers. (Zoals de X series bij Vondel 1)
Als je twijfels hebt over hoe een reeks loopt kun je mij het beste een berichtje sturen, of op dit forum de vraag stellen, er is altijd wel iemand die het juiste antwoord heeft, of ik kan het wellicht zelf verklaren.
Er is geen algemene richtlijn te geven over hoe de nummering van Enschedé uitgevoerd is, aangezien er met enige regelmaat gewijzigd is van nummersysteem.
Er zijn zelfs biljetten waarbij men overnieuw begonnen is met nummeren, waardoor sommige nummers echt dubbel voorkomen (tientje Frans Hals bijvoorbeeld).
Ook zijn er hele reeksen waarbij de biljetten vrijwel volledig gedrukt waren en in voorraad gehouden, inclusief serienummers, en pas later voorzien van een datum en ondertekening (2,5 gulden 1918-1927) waardoor letters en datums door elkaar te vinden zijn.
De invulseries zijn steevast achteruit genummerd (5 ZZ, 4 ZZ, 3 ZZ etc.)
Ook de SNIP is achteruit genummerd (begonnen bij reeks 9999) --> wordt steevast verkeerd toegepast bij veilinghuizen, waardoor heel vaak snippen in de veilingen een ander type zijn dan hoe ze aangeboden worden.
Als er behoefte is aan uitleg bij een specifieke reeks, geef maar aan, als ik het weet zal ik het toelichten.
Mocht het me ooit gegund zijn een tweede editie van de catalogus uit te brengen, dan zal ik reeksen duidelijk benoemen. In ieder geval de cijferreeks en letter reeks van begin tot einde aangeven, en eventuele rest-series (de laatste reeks) apart benoemen.
Ook zijn er kleine foutjes gemaakt bij de registratie van enkele nummers. (Zoals de X series bij Vondel 1)
Als je twijfels hebt over hoe een reeks loopt kun je mij het beste een berichtje sturen, of op dit forum de vraag stellen, er is altijd wel iemand die het juiste antwoord heeft, of ik kan het wellicht zelf verklaren.
Er is geen algemene richtlijn te geven over hoe de nummering van Enschedé uitgevoerd is, aangezien er met enige regelmaat gewijzigd is van nummersysteem.
Er zijn zelfs biljetten waarbij men overnieuw begonnen is met nummeren, waardoor sommige nummers echt dubbel voorkomen (tientje Frans Hals bijvoorbeeld).
Ook zijn er hele reeksen waarbij de biljetten vrijwel volledig gedrukt waren en in voorraad gehouden, inclusief serienummers, en pas later voorzien van een datum en ondertekening (2,5 gulden 1918-1927) waardoor letters en datums door elkaar te vinden zijn.
De invulseries zijn steevast achteruit genummerd (5 ZZ, 4 ZZ, 3 ZZ etc.)
Ook de SNIP is achteruit genummerd (begonnen bij reeks 9999) --> wordt steevast verkeerd toegepast bij veilinghuizen, waardoor heel vaak snippen in de veilingen een ander type zijn dan hoe ze aangeboden worden.
Als er behoefte is aan uitleg bij een specifieke reeks, geef maar aan, als ik het weet zal ik het toelichten.
Mocht het me ooit gegund zijn een tweede editie van de catalogus uit te brengen, dan zal ik reeksen duidelijk benoemen. In ieder geval de cijferreeks en letter reeks van begin tot einde aangeven, en eventuele rest-series (de laatste reeks) apart benoemen.
Groet, Patrick Plomp. (Dit betreft een mening tenzij anders aangegeven)
Papiergeldnumismaat. Life member IBNS (NL230, INT215)
Auteur van "Catalogus Nederlands Papiergeld". Deel 1 en 2 bestelbaar op http://www.patrickp.nl
Papiergeldnumismaat. Life member IBNS (NL230, INT215)
Auteur van "Catalogus Nederlands Papiergeld". Deel 1 en 2 bestelbaar op http://www.patrickp.nl