In de Republiek wordt in 1659 gesproken over invoering van machines voor de muntproductie.
De Staten van Holland vaardigen op woensdag 10 september 1659 op voorstel van dr. Johan Meerman (1624-1675) een resolutie uit waarbij zij bepalen dat er een advies moeten komen van raden en generaalmeesters van de Munten over de nieuw te maken zilveren rijders en dito dukaten.
Letterlijk bevat de resolutie de vraag of vanwege de gewenste ‘meerder accuraetheijt ende aengeneamheijt’ van de nieuwe muntstukken niet langer vervaardigd moeten worden met de hamer maar voortaan moeten worden geschroefd.
In hun reactie noemen raden en generaalmeesters het gebruik van de balancier of schroefpers een ‘saek van grote bedenckelijckheijt’.
Zij zijn bang dat toelating van dit apparaat in de Munthuizen valsemunterij in de hand zal werken.
Het lawaai van het slaan van de munten met de hamer is zo groot dat in het geheim produceren van munten niet mogelijk lijkt.
Het duurt nog ruim 10 jaar voordat de schroefpers zijn intrede in de Nederlandse Munthuizen doet.
Het betreft hier een eenvoudige machine met een horizontale slinger met loden bollen aan de uiteinden.
In het midden van de slinger is een verticale schroef gemonteerd die de drukkracht levert om een munt of penning te ‘schroeven’.
Onderaan de schroef zit het bovenstempel gemonteerd.
Door beweging van de slinger kan het bovenstempel met kracht op het onderstempel, dat vast zit in het ‘huis’ van de pers, worden gebracht.
Belangrijk is deze kracht zodanig te laten zijn dat de in de beide stempels gegraveerde afbeelding tegelijk goed wordt overgebracht op het op het onderstempel gelegde blanco muntplaatje.
Bij een te hoge drukkracht, maar ook bij het niet loodrecht plaatsen in de balancier en bij het verkeerd of helemaal niet neerleggen van een blanco muntplaatje, kunnen de stempels gemakkelijk barsten en moet het productieproces worden stilgelegd voor het plaatsen van een of twee nieuwe exemplaren.
Op 14 januari 1671 keuren Gecommitteerde Raden van Hollands Zuiderkwartier het voorstel van raden en generaalmeesters goed.
In de zomer van 1672 heeft de Dordtse Munt in ieder geval problemen met de nieuwe machines.
Met name door het ontbreken van een pletmolen die de metaalrepen plette tot de exacte dikte van de munt zorgde voor problemen.
Nu werden de metaalrepen nog met de hand op de juiste dikte geslagen en juist hierdoor waren de muntplaatjes niet overal even dik, met als gevolg dat de muntstukken op sommige plaatsen scherp als op sommige plaatsen weer zwak geschroefd waren.
Veel van deze stukken werden weer omgesmolten om vervolgens weer een nieuwe poging te wagen.
( Leeuwendaalder Holland 1674 - eigen collectie ).
In Den Haag, staat inmiddels ook een ‘schroefwerck’ gereed voor de Munt van Utrecht.
De machine kan echter niet worden afgeleverd, omdat de stad sinds de terugtrekking van de Staatse troepen achter de Hollandse waterlinie in handen is van de vijand.
Gecommitteerde Raden besluiten daarop dat het apparaat naar de Munt te Dordrecht moet worden overgebracht en aldaar zo snel als mogelijk operationeel moet worden gemaakt.
Toch wil het nog steeds niet echt vlotten met de mechanisatie van de Munt te Dordrecht.
Op 12 juni 1679 besluiten de heren van de Grafelijkheids Rekenkamer van Holland dat de aanschaf van al het benodigde ( zoals o.a. een pletmolen ) om het produceren van de nieuwe muntstukken volgens de nieuwe methode mogelijk te maken goed te keuren.
Dit omdat het schroeven van de nieuw te maken munten wel enige tijd in ‘treijn’ is geweest ‘doch naderhant in verval is geraeckt’.
Muntmeester Sonnemans wordt verzocht alles in het werk te stellen dat de Munt in Dordrecht ook daadwerkelijk volgens de in 1670 voorgeschreven methode gaat werken en de Munters niet blijven teruggrijpen naar de hamer.
C.vanderLey
De Hollandse Munt van handwerk naar schroefwerk.
Moderator: Robin
De Hollandse Munt van handwerk naar schroefwerk.
Je hebt niet voldoende permissies om de bijlagen van dit bericht te bekijken.
Re: De Hollandse Munt van handwerk naar schroefwerk.
Mooi verhaal. Het is wel bijzonder dat er zo'n grote weerstand was tegenover het schroeven van munten. Had dit ook niet te maken met dat men bang was dat er minder personeel nodig was bij het schroeven van munten omdat de stempels langer mee gingen?
In Zeeland ging men rond die tijd (1672) ook over op het schroeven van zilveren dukaten wat duurde tot en met 1683. Waarna men na een stilstand van tien jaar in 1693 weer terugkeerde naar het slaan van dukaten (tot 1721). Vanaf 1727 werd de schroefpers weer gebruikt in Middelburg voor het slaan van dukaten.
Bij het vaststellen van de hoofdtypen is afgeweken van de indeling van Verkade.
Het eerste hoofdtype is dat van 1659—68 op uit repen zilver geknipte plaatjes, met de hamer geslagen. Het tweede hoofdtype van 1672—80 is geschroefd op ronde uitgeponste muntplaatjes. Het derde hoofdtype van 1694—t /m 1721 is, omdat de schroefpers buiten gebruik was gesteld, wederom geslagen en wel op (dikkere) repen. Daarom is bij gelijk gewicht het formaat van het derde type kleiner dan dat van het eerste type. Het knippen ging door de grotere dikte moeilijker en m.i. is de vaak optredende onregelmatigheid van de munten van het derde hoofdtype hieraan en niet aan een later snoeien toe te schrijven. Het vierde hoofdtype loopt van 1727 t /m 1750, wederom op de pers geschroefd. Het vijfde (en laatste) type van 1757 t /m 1798 is eveneens geschroefd eh bovendien gerand met naar links öf rechts naar beneden aflopende ribbels, soms fijner soms grover.
Uit: GESCHIEDENIS VAN EN GEHEIMSCHRIFT OP DE Z E E U W S E Z I L V E R E N DUKATEN VAN 1659—1798 door LOD. S. B E U TH
In Zeeland ging men rond die tijd (1672) ook over op het schroeven van zilveren dukaten wat duurde tot en met 1683. Waarna men na een stilstand van tien jaar in 1693 weer terugkeerde naar het slaan van dukaten (tot 1721). Vanaf 1727 werd de schroefpers weer gebruikt in Middelburg voor het slaan van dukaten.
Bij het vaststellen van de hoofdtypen is afgeweken van de indeling van Verkade.
Het eerste hoofdtype is dat van 1659—68 op uit repen zilver geknipte plaatjes, met de hamer geslagen. Het tweede hoofdtype van 1672—80 is geschroefd op ronde uitgeponste muntplaatjes. Het derde hoofdtype van 1694—t /m 1721 is, omdat de schroefpers buiten gebruik was gesteld, wederom geslagen en wel op (dikkere) repen. Daarom is bij gelijk gewicht het formaat van het derde type kleiner dan dat van het eerste type. Het knippen ging door de grotere dikte moeilijker en m.i. is de vaak optredende onregelmatigheid van de munten van het derde hoofdtype hieraan en niet aan een later snoeien toe te schrijven. Het vierde hoofdtype loopt van 1727 t /m 1750, wederom op de pers geschroefd. Het vijfde (en laatste) type van 1757 t /m 1798 is eveneens geschroefd eh bovendien gerand met naar links öf rechts naar beneden aflopende ribbels, soms fijner soms grover.
Uit: GESCHIEDENIS VAN EN GEHEIMSCHRIFT OP DE Z E E U W S E Z I L V E R E N DUKATEN VAN 1659—1798 door LOD. S. B E U TH
Laatst gewijzigd door Jan W op 19 mar 2016, 16:02, 1 keer totaal gewijzigd.
Re: De Hollandse Munt van handwerk naar schroefwerk.
Interessante informatieve topic Cor,
Mooi en bondig gebracht.
Groeten Luc.
Mooi en bondig gebracht.
Groeten Luc.
Re: De Hollandse Munt van handwerk naar schroefwerk.
Klopt Jan, onder het muntpersoneel was inderdaad ook de vrees dat zij door mechanisatie hun baan zouden verliezen.Jan W schreef:Het is wel bijzonder dat er zo'n grote weerstand was tegenover het schroeven van munten. Had dit ook niet te maken met dat men bang was dat er minder personeel nodig was bij het schroeven van munten omdat de stempels langer mee gingen?
Voor de Muntheren zelf was dit natuurlijk van ondergeschikt belang, zij wilden alleen maar zoveel mogelijk winst maken.
Groeten, Cor.
-
- Donateur
- Berichten: 1605
- Lid geworden op: 25 jul 2011, 13:51
Re: De Hollandse Munt van handwerk naar schroefwerk.
Leuk en informatief stukje, Cor!
Er is dus niet veel veranderd in die 340 jaar. Ook nu zijn veel mensen bang dat hun werk door machines overgenomen wordt, terwijl de werkgevers vooral zoveel mogelijk winst willen maken. En ondanks het ageren hiertegen vanuit (voornamelijk) het linkerdeel van het politieke spectrum zal dit allemaal over 340 jaar nog steeds niet anders zijn... History does repeat sometimes.C.vanderLey schreef:Klopt Jan, onder het muntpersoneel was inderdaad ook de vrees dat zij door mechanisatie hun baan zouden verliezen. Voor de Muntheren zelf was dit natuurlijk van ondergeschikt belang, zij wilden alleen maar zoveel mogelijk winst maken.