Hoofdstuk 4 Basiskennis DENARIUS; QUINARIUS; SESTERTIUS

[grivnagozer]

Het is 187 voor Christus wanneer de nieuwe munteenheid DENARIUS zowel de QUADRIGATUS als VICTORIATUS vervangt.

10 oude AES GRAVE is gelijk aan 1 zilveren DENARIUS, en deze monetaire eenheid zal de nieuwe handelsmunt van de Romeinse wereld gaan worden.

De waarde stijgt in 133 voor Christus door het vertrouwen in deze munt van 10 naar 16 AES GRAVE.

Daarnaast rouleerden nog een zilveren halve denarius, QUINARIUS geheten, alsmede een kwart denarius, de zilveren SESTERTIUS.

De QUINARIUS had een beperkte oplage en waren in weze de verzamelaarsmunten van de klassieke oudheid, ze waren wettig betaalmiddel maar circuleerden eigenlijk nauwelijks. Dit verklaart warom de QUINARIUS welke gevonden worden nauwelijks gebruikssporen vertonen in tegenstelling tot de vaak totaal afgesleten SESTERTIUS en DENARIUS, welke volop in circulatie waren.

Gouden munten bestonden nog niet in het betalingsverkeer; er werden wel gouden penningen geslagen voor en door rijke families, en het was een uiting van politieke-, militaire- en/of nooduitgiften. Julius Caesar slaat in 46 voor Christus de eerste gouden AUREI voor het volk.

De Idus van 15 maart 44 voor Christus (de moord op Julius Caesar in de Senaat door zoonlief Brutus, Cassius en overige consuls) mondde uit in bloedige burgeroorlogen en dus Geld met Waarborg de legioenen en talloze bijklussende huurlingen te kunnen betalen: de op 1 na vroegst bekende Aurei-munt draagt het portet van Brutus Imperator en op de keerzijde de term CASCA LONGUS, wat wil zeggen jaloerse Casca, aldus beschreven door de engelse schrijver William Shakespeare.

De bronzen munten bleven in roulatie en werden regelmatig aangevuld tot en met het jaar 80 voor Christus. daarnaast zien we een terugval door de vele oorlogen die gevoerd worden, en onder de regering van Julius Caesar zien we een kleine oplving van de bronzen muntslag, om vervolgens weer te verdwijnen tot het jaar dat Gaius Octavius Thurinus (hernoemd tot Augustus) op de troon komt, de Vredestichter (27 voor Christus- 14 na Christus).

Deze hervormt de monetaire eenheid aanzienlijk en geeft hiermede de basis aan het eeuwenlang systeem van de wereldhandel.

Allereerst wordt al het in omloop zijnde muntgeld vernieuwd, en oude afgesleten exemplaren worden ingewisseld door gloednieuwe ( het is de Euro van de Oudheid). Gigantische hoeveelheden brons worden opnieuw gebruikt om maar AES GRAVE te blijven aanmunten.

Alle gouden AUREI en zilveren DENARIUS krijgen het alleenrecht van de keizer, de bronzen en oricalcium muntslag worden toegewezen aan de senaat in Romen, en dragen hiertoe de Senatus Consulso, zijnde SC, dat wil zeggen: het is de garantie van de Senaat als regerend orgaan naar het volk toe dat dit een echte munt is. In 23 voor Christus komen de oudst bekende SC-muntvondsten voor, welke de naam van de verantwoordelijke Muntslagconsul (voorloper Minister van Financiën), lopende tot aan het jaar 4 voor Christus, daarna komt de naam van de regerende keizer op de munten en verdwijnt de naam van de Consul.