Bericht
door grivnagozer » 29 jan 2013, 13:22
CAlpurnius Piso.. we zitten in plusminus 90 voor Christus, de tijd voor Julius Caesar (23-4 voor Christus), wanneer de SC op de denarii en aurei gaan verschijnen. Daarvoor was de toestemming van de Senaat van Rome nodig. Toets het woord basiskennis denarius maar eens in en je krijgt alle basiskennis voor je kiezen. Maar goed, er zaten verschillende consuls met taken in die senaat, en 1-tje was daar de machtigste van, want die had de sleutel van de kluis, zijnde de MUNTSLAGCONSUL. En juist die mannetjes werden heel snel door elkaar opgevolgd, en als bewijs dat er niet gesjoemeld werd met de gehaltes zilver en goud van die munten, werd er een paraaf van die consul achter de god geplaatst, in dit geval Apollo, en nu is het de vraag of er literatuur voor hande is welke muntslagconsuls met naam en toenaam bekend zijn uit de periode Calpurnius Piso, en je weet precies tussen wanneer en waar de munt circuleerde; het wilde namelijk wel eens het geval zijn dat de opvolger zijn voorganger in diskrediet had gebracht, dan werden alle munten van zijn voorganger omgesmolten en van een nieuwe paraaf achter het hoofd voorzien. HEt was bankengeld, het circuleerde alleen aan het hof en niet op straat, vandaar dat de denarii uit deze periode zo mooi duidelijk zijn in tegenstelling tot de As, Semis en overige munten die wel dagelijks volksgebruik hadden.
Julius bepaalde dat er niemand belangrijker was dan de keizer, en na 4 voor christus was het Muntslagconsulparaaf verboden, en begint dus dientengevolge het gelazer met gesjoemel in gehalten.
De paraaf van de Muntslagconsul is de voorloper van het muntmeesterteken.